woensdag 27 juni 2012

Boekverslag Klas 5, De Engelenmaker


De Engelenmaker
Stefan Brijs
29e druk, december 2011
1e druk, oktober 2005
429 pagina’s
Het boek is een psychologische roman.

Samenvatting
Het eerste deel speelt in het heden en vertelt hoe Doktor Victor Hoppe terugkomt in zijn geboorteplaats Wolfheim, een dorpje vlakbij het drielandenpunt. Met zijn hazenlip en zijn rode haren maakt hij een eigenaardige indruk. Hij heeft drie kinderen bij zich, die naar geruchten een spleet over hun hele gezicht hebben. De bewoners van Wolfheim moeten niets hebben van de rare dokter, maar na een aantal genezingen wordt hij toch geaccepteerd samen met zijn zoons, de spleten over hun gezichten blijken littekens van een hazenlip te zijn. De kinderen lijken sprekend op elkaar, en hebben veel weg van hun vader. De kinderen heten Michaël, Rafaël en Gabriël, net als de aartsengelen.Toch is er iets mis met de kinderen, ze blijven klein en zijn vaak ziek, en net als hun vader tonen ze weinig emoties. De dokter huurt een huishoudster, Frau Maenhout, in. Frau Maenhout komt steeds meer te weten over de dokter en zijn kinderen. De dokter gedraagt zich namelijk erg vreemd; hij toont geen emoties. Nu zou men hem autistisch hebben genoemd, het syndroom van Asperger, maar toen kenden ze dat nog niet. Hij wil absoluut niet dat zij de kinderen over God vertelt (maar wel over Jezus) en de kinderen mogen nooit naar buiten. Daarbij houdt de dokter veel afstand tot de kinderen, hij wil ook dat ze hem vader noemen i.p.v. pap of papa. Als Frau Maenhout bijna achter de waarheid is, die overigens erg schokkend blijkt te zijn, komt zij door een vreselijk ‘’ongeluk’’ om het leven.

In het tweede deel, dat afwisselt tussen Victor Hoppes jeugd en zijn tijd na zijn studie, wordt duidelijk wat er met de dokter en zijn kinderen aan de hand is. Victor Hoppe heeft de eerste jaren van zijn leven als ‘debiel’ in een gesticht doorgebracht. De enige die gelooft dat hij niet debiel is, is Zuster Marthe. Zij leert Victor lezen en zij is dan ook de enige aan wie hij dat laat horen. Na een paar jaar haalt zijn vader hem uit het gesticht. Victor komt terecht op een internaat en daarna op de universiteit. Victor Hoppe heeft in die jaren bedacht dat men slecht of goed kon zijn, niet ertussenin. Hij zag God als het kwaad, omdat hij zijn zoon, Jezus, die in zijn ogen het goede was, in de steek liet toen hij aan het kruis werd gehangen. Victor Hoppe vergeleek zich dan ook veel met Jezus en merkte dat ze veel gelijkenissen hadden, maar hij blijkt een genie te zijn en studeert verder in embryologie. Hij verraste de wetenschap door jonge muizen te produceren die uitsluitend mannelijke of vrouwelijke ouders hadden. Hierna kreeg hij een baan op de universiteit in Aken, en daar kreeg hij geld om muizen te klonen, wat hem ook lukte, alleen later werd het project stopgezet nadat men op basis van zijn aantekeningen de kloning niet kon herhalen en Dokter Hoppe weigerde het te demonstreren. Daarna ging hij zelf verder en slaagde er uiteindelijk in zichzelf te klonen. Hier loog hij de draagmoeder voor, die hij een kind van zichzelf had beloofd. Rex Cremer, de stafarts van de universiteit, is de enige die weet wat er precies aan de hand is. Hij raakt verstrikt in wat hij weet. Nadat de baby’s ter wereld waren gekomen, had Dokter Hoppe ze zelf meegenomen.

In het derde deel, weer het heden, komt Rex Cremer weer opnieuw in aanraking met Doktor Hoppe. Hij ontmoet ook zijn kinderen en Doktor Hoppe vertelt hem wat er mis is met de kinderen. Ze worden te snel oud; elk jaar van hun leven telt voor tien tot vijftien jaar. Dit komt door een ’fout’ in hun chromosomen. Dan komt ook de draagmoeder van de jongetjes haar ‘kinderen’ opzoeken, ze heeft spijt van haar beslissing ze niet te nemen. Maar als ze bij Doktor Hoppes huis aankomt is er al één dood, Michaël. Want dokter Hoppe heeft besloten ze niet meer eten te geven of nog aandacht aan hen te besteden, het experiment (het klonen) was immers mislukt en hij hield zich alweer met andere dingen bezig. Ze brengt de laatste dagen van hun leven met ze door, en als ze erachter komt dat de Dokter de kinderen, inmiddels was Rafaël ook al overleden, op sterk water had gezet had ze hem aangevallen en had hij haar uiteindelijk vermoord. Terwijl de dorpsbewoners de kruistocht van Jezus op de Vaalserberg (vlakbij het dorp) volgen, kruisigt Doktor Hoppe zichzelf. Hij eindigt aan het kruis (net zoals Jezus), terwijl het hele dorp sprakeloos toekijkt. Rex Cremer was ondertussen weer naar het huis van Dokter Hoppe teruggekeerd, en na het aanschouwen van de 3 jongens, Gabriël was nu ook gestorven, op het sterke water en de dode draagmoeder erbij niet aangekund. Hij had vervolgens het hele huis in brand gestoken, opdat niemand hier ooit achter kwam. Rex Cremer voelde zich namelijk verantwoordelijk voor het hele gebeuren. Toen hij zo snel als hij kon uit Wolfheim wegreed kreeg hij zelf een ongeluk waarbij ook hij om het leven kwam.

Verwachting

De engelenmaker van Stefan Brijs was mijn Boekenweek boek. De mevrouw in de Mandarijn raadde mij het boek aan. Ik verwachte veel van het boek, want zij heeft mij nog nooit op  het verkeerde been gezet.

Motieven en Thema
 
Thema
Het thema in de Engelenmaker is goed en kwaad. Voor Victor Hoppe bestaat er alleen maar goed en kwaad. Dit is ontstaan, doordat zijn moeder hem niet moest hebben en hij daarom maar in een gesticht werd geplaatst. Hier werd hij slecht behandeld en er werd over hem gedacht dat hij achterlijk was. Victor Hoppe begint God ook als slecht te zien. Hij liet zijn zoon Jezus in de steek. Victor Hoppe heeft namelijk het syndroom van Asperger. Hij heeft in zijn jeugd nooit liefde gehad, allen maar van Marthe. Dit heeft er tot geleid dat hij nooit heeft geweten dat er ook iets tussen goed en kwaad zit. Zelf wil hij goed doen, dit probeert hij door het leven te geven. Hij probeert te klonen, met succes.
Motieven
Het Geloof
Het geloof is een van de belangrijkste motieven in het boek. Het begint al bij Victor zijn moeder. Zij was zwaar gelovig en volgens haar bracht een hazenlip ongeluk. Het was het werk van de duivel. Hierdoor werd Victor naar een gesticht gebracht. Het was een Katholiek gesticht. De zuster lazen hem voor uit de bijbel. Zuster Marthe leerde Victor lezen uit de bijbel. Later op het internaat kreeg Victor ook godsdienst. Hij was er eerst heel goed in, totdat hij zich realiseerde dat God slecht was. God geeft en god neemt. Het nemen van levens maakt hem slecht. Victor vergelijkt zichzelf constant met Jezus. Jezus is goed en hij wil ook goed zijn. Hij wil levens geven, dus onderwerpt hij zich op het klonen. Uiteindelijk kruisigt hij zichzelf ook. En hij komt weer opnieuw op aarde door zijn kloon. Er komen meer Bijbelse figuren in het verhaal voor. Zo zijn zijn gekloonde zoontjes vernoemd naar Michael, Rafael en Gabriel. Dit alles slaat bij Victor op godsdienstwaanzin. Hij wil Jezus zijn.

Medische experimenten: Klonen
Victor was een geniaal arts. Hij heeft het voor elkaar gekregen mensen te klonen. Alleen is de vraag in hoeverre is dit verstandig. Was hij zijn tijd niet voor, en is dit wel verantwoordelijk om dit te doen. Het boek brengt met het klonen een discussie op gang. Zijn zijn experimenten überhaupt toegestaan? Onderzoek is natuurlijk altijd van belang. Ook een belangrijke vraag is of hij wel goed omgaat met zijn proefpersonen. In de loop van het boek wordt duidelijk dat bijna ieder mens dat hij voor zijn experimenten gebruikt werd, dood eindigde. Wat ook niet klopt aan zijn onderzoek is dat hij het niet nauwkeurig beschreef en weigerde het onderzoek opnieuw uit te voeren. 

Achterklap
Iedereen wil alles weten in het dorpje Wolfheim. Het huis wordt goed in de gaten gehouden. Waarom is die man teruggekomen en wat doen die kinderen bij hem zonder moeder. Het dorp wil alles weten en wantrouwt de dokter. Als hij echter het leven van een paar dorpelingen heeft gered wordt hij vertrouwd. Het dorp heeft niet in de gaten wat er werkelijk aan de hand is. Mevrouw Maenhout komt steeds meer achter de waarheid, er komt een moment dat ze de dokter ermee confronteert. Dit leidt tot haar dood.

Oordeel
Schrijfstijl
Het boek is duidelijk geschreven. De taal is niet te simpel, maar er worden nauwelijks moeielijke woorden gebruikt. Er worden regelmatig stukjes uit de bijbel geciteerd. Het boek leest snel, omdat je de hele tijd wil weten wat er nu met die kinderen aan de hand is. Brijs geeft bijna niks weg, waardoor je elke keer weer met vragen over het boek blijft zitten. Het boek heeft een grote spanningsboog. 

Inhoud
Personages
Victor Hoppe is een fantastisch personage. Hij heeft iets mysterieus. Er klopt iets niet. Wat er precies fout is, is moeilijk te achterhalen. Meestal is een boek de hoofdpersoon iemand waarmee je je kunt identificeren. Dit had ik totaal niet met Victor Hoppe, waardoor hij veel interessanter voor mij werd. En ik het vooral interessant vond om hem te doorgronden. Brijs heeft het boek zo geschreven, dat je Victor langzaam begint te begrijpen.
Tijd
Het boek heeft een fijne opbouw, doordat je eerst leest over het moment dat Victor in Wolfheim aankomt. Het is niet duidelijk wat er aan de hand is. In het tweede deel is er sprake van flashbacks uit zijn jeugd en zijn studie tijd. Het wordt steeds duidelijker waarmee hij bezig is. Daar na gaat deel een weer verder. De opbouw van het boek zorgt ervoor dat het spannend blijft en dat je steeds meer te weten komt, stukje bij beetje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten