vrijdag 29 juni 2012

Boekverslag Klas 4, Westerlingen



Westerlingen
Arjaan van Nimwegen

 












1e druk, mei 2012
Wereldbibliotheek
481 pagina’s

Ideeënroman 

 1781
patriotten
Het boek speelt zich af in het jaar 1781. Dit was de tijd van de patriotten. Men kwam in opstand, want de gouden eeuw leek voorbij. De reizigers op de maagd krijgen weinig mee van de problemen in het vaderland en de overname van Engeland. Als ze echter terugkomen blijken de wateren beheerst te worden door de Engelsen en valt Nederland uiteen. 

Verlichting
De verlichting speelde een grote rol in deze periode. De hoofdpersonages zijn ook allemaal goed op de hoogte van de verlichtingsliteratuur.

Gulliver’s travels van Jonathan Swift
Het verhaal heeft veel weg van Gulliver’s reizen. Hierin reist Swift met een scheepsarts langs verschillende landen waar een bepaalt systeem heerst. Swift schrijft het als een reisverhaal. Aan boord van de maagd is ook een scheepsarts, genaamd Rasch. Rasch houdt alles bij is zijn reisverslag. Ook hebben we te maken met een onbekend land met een ander systeem. De schrijver wordt door de fantasie wereld van Arjaan van Nimwegen geleid. Daarnaast hebben bijna alle hoofd personages dit boek gelezen. Dit blijkt uit het volgende fragment. 

‘De commodore keek opzij. “Gulliver in het land der reuzen. U zoudt dat aardige verhaal eens moeten lezen, het kan u in uw toestand troost bieden. Ik zelf voel mij hier meer op het eiland Lilliput.” ”Ik prefereer dat der redelijke paarden.” Rasch kon het niet laten.’

Robinson Crusoe van Daniel Defoe
De jonge Hannes krijgt van Rasch dit boek. Hij hoopt eigenlijk op het moment van de schipbreuk, dat hij in een soortgelijke situatie terecht komt. Dit is echter niet zo. Hij wordt gepassioneerd verliefd op Rosila. Alleen het onbekende land valt hem eigenlijk tegen. Hij kan zich niet volledig overgeven aan de liefde, omdat de droom om in de voetsporen van Robinson Crusoe te treden hem blijven achtervolgen. Daarnaast slaat het idee van dit boek ook aan op het verhaal. De verlichting staat toch voor het verstand. Op dit eiland leeft met in de absolute rede. Dus alles wordt met het verstand gedaan. 

Kritiek der reiner Vernuft van Immanuel Kant
Het boek is voornamelijk geïnspireerd op dit boek. Het is geschreven in de verlichting en het gaat over een land waarin de absolute rede heerst. In 1781 is dit boek verschenen.
Voornamelijk past dit boek in de verlichting, want het draagt veel van de ideeën en de stijlen met zich mee.

De personages



Hannes
Hannes is een boerenjongen die mee mocht op de maagd als matroos. Hij is sterk en heeft een hele lichte huid en bijna witte haren. 

‘Een jongen, nog geen man, helemaal van overzee naar het land gevaren tussen al die vreemde mannen, verwarde, angstige en kreunende mannen, en hij was zo stil en kalm en zijn gezicht was glad als een beeld, zijn haar bijna even wit, net als de lange wimpers van zijn gesloten ogen.’

Dit is een beschrijving van Hannes uit het oogpunt van Rosila. De schipbreukelingen worden ondergebracht in de stad Jépa Crója. Velen zijn er slecht aan toe, Hannes ook. Hij is altijd op zoek geweest naar liefde. In Jépa Crója ontmoet hij Rosila. Zij heeft ook altijd naar iemand verlangt. Hij gaat met haar mee naar Gufstóna. Hij houdt veel van Rosila, maar hij is teleurgesteld in de beschaving. Op de maagd heeft hij van de scheepsarts Rasch het boek van Robinson Crusoe gekregen. Hij heeft er altijd van gedroomd om in dezelfde situatie terecht te komen. Hannes leeft met zijn hart. Hij heeft een grote liefde voor dieren. Hij krijgt grote ruzie met Rosila, omdat hij een gevaar voor haar en haar familie is. Hij moet vluchten uit het dorp voor zijn eigen leven. Hij dwaalt een tijdje rond, maar wordt uiteindelijk gepakt en opgehangen. 

Rosila
Rosila woont bij haar vader Crélo in Gufstóna. Ze heeft altijd gedroomd van een man. Een andere man, niet de dorpsjongens. 

‘Rosila hoopte op een wonder. Ze speelde met het koordje in de halsopening van haar geborduurde blouse. Haar huid was gaaf, maar ze wilde dat ze donker was. Er moest daar een jongen zijn, op een van de schepen, vlasharig, nieuwsgierig en een beetje bang.’

Rosila besluit te gaan helpen. En in Jépa Crója ontmoet ze Hannes. Ze weet meteen dat hij  haar wonder is. Ze neemt hem mee naar huis, waar hij kan helpen op het land. Al gauw merkt ze dat hij rare gewoonten heeft. Hij wil met haar trouwen, voordat ze verder gaan. Ook leert hij haar voelen. Normaal ging alles  met je volle verstand. Rosila voelt ineens van alles. Het dorp wantrouwt Hannes. Tijdens de Fírïga zijn de dorpelingen het zat en gaan op zoek naar Hannes. Rosila helpt hem te vluchten ook al hadden ze knallende ruzie daarvoor. Zodra hij weg is mist ze hem elk moment. Ze vraagt zich de hele tijd af waar hij is en of ze hem ooit nog terug zal zien. Ze gaat terug naar Jépa Crója. Daar ontmoet ze bekende van Hannes. Ze vertellen haar echter niet dat Hannes is overleden. Er wordt een dame binnengebracht en Rosila gaat voor haar zorgen. Ze is echter te zwak en uiteindelijk overleefd ze het niet. Op het graf van het meisje legt ze een roos. Voor dit land is dat heel erg raar. Het komt door de invloed die Hannes op haar had. Ze heeft allemaal gevoelens gekregen en ze is minder stralend geworden dan ze altijd was.


David Rasch
Rasch is de scheepsarts aan boord van de Maagd. Hij vindt het onbekende land interessant. Hij wil meer weten over de mensen en de manier hoe zij leven. In  het begin leeft hij veel met zijn verstand. Zo zegt hij ook in een eerder citaat dat hij zou kiezen voor het eiland met de redelijke paarden. In de loop van het boek wordt duidelijk dat Rasch een voorkeur geeft aan mannen. Zo heeft hij tijdens zijn reis een minnaar en als hij terugkomt in Nederland leeft hij ook alleen maar met mannen. In het begin was hij geobsedeerd door Hannes. Hij kon er eindeloos naar staren. Als hij op een gegeven moment dagenlang alleen heeft rondgedwaald ontmoet hij een jonge jongen, een wilde, Gusto genaamd. Deze naam heeft Rasch hem zelf gegeven. 

‘Maar de tranenvloed die nu uit mijn hart ontbronde toonde ik openlijk, en toen hij sussend met zijn slanke vingers mijn wangen droogde, zag ik dat ook in zijn spiegelende ogen vocht blonk. Ik sloot hem aan mijn borst en  kuste hem met mannelijke tederheid (…)’

Rasch ging samen met Taillefer en Delius naar de hoofdstad Vástóna. Na een lange reis kwamen ze hier aan. Ze werden ontvangen door de Stads- en Gedingmeester Saimono. Al gauw ontmoeten de mannen Lusto. Hoogleraar aan de Academie. Rasch hoopt iets van Lusto op te steken. Maar al gauw blijkt dat er geen onderzoek meer gedaan wordt en dat alle letteren achter slot en grendel verborgen zijn. Op de avond van de Fírïga hebben ze een diner bij Lusto en zijn gezellin Sélida. Hun ideeën zijn totaal anders. Het diner duurt lang met harde discussies. Aan het einde van de avond Ontstaat er een hele hoop onrust. Lusto wordt vermoord en in alle oproerling vlucht Rasch met de aangeslagen Delius weg. Ze vluchten naar het zuiden. 

Ze reizen naar een stad in het zuiden, waar hun wegen scheiden. Rasch gaat verder alleen naar het zuiden. Langs een rivier ontmoet hij Gusto. Bij de zuidelijkste stad aangekomen laat hij Gusto achter. Hij is een wilden dus mag de stad niet in. In de stad wordt hij ontvangen en weg gestuurd naar de plaats Avta. Gusto komt hem alleen wel achterna en wordt uiteindelijk gedood. Hier ontmoet hij andere schipbreukelingen. Samen gaan ze terug naar Jépa Crója. Daar ziet hij zijn goede vriend Taillefer weer terug. Ze hadden altijd een goede band met elkaar. Op weg terug worden de twee mannen van de boot afgezet, in Frankrijk. Ze reizen terug naar Nederland. Daar leeft Rasch zijn leven bij een oude vriend. Hij schrijft nog enig werk.

Rasch heeft tijdens de reis alles opgeschreven. Het meeste over Rasch is zijn eigen werk. Dit gaat echter verloren op de maagd als ze Engelsen tegen komen. Hij gooit zijn dagboek in het water.

woensdag 27 juni 2012

Boekverslag Klas 5, De Engelenmaker


De Engelenmaker
Stefan Brijs
29e druk, december 2011
1e druk, oktober 2005
429 pagina’s
Het boek is een psychologische roman.

Samenvatting
Het eerste deel speelt in het heden en vertelt hoe Doktor Victor Hoppe terugkomt in zijn geboorteplaats Wolfheim, een dorpje vlakbij het drielandenpunt. Met zijn hazenlip en zijn rode haren maakt hij een eigenaardige indruk. Hij heeft drie kinderen bij zich, die naar geruchten een spleet over hun hele gezicht hebben. De bewoners van Wolfheim moeten niets hebben van de rare dokter, maar na een aantal genezingen wordt hij toch geaccepteerd samen met zijn zoons, de spleten over hun gezichten blijken littekens van een hazenlip te zijn. De kinderen lijken sprekend op elkaar, en hebben veel weg van hun vader. De kinderen heten Michaël, Rafaël en Gabriël, net als de aartsengelen.Toch is er iets mis met de kinderen, ze blijven klein en zijn vaak ziek, en net als hun vader tonen ze weinig emoties. De dokter huurt een huishoudster, Frau Maenhout, in. Frau Maenhout komt steeds meer te weten over de dokter en zijn kinderen. De dokter gedraagt zich namelijk erg vreemd; hij toont geen emoties. Nu zou men hem autistisch hebben genoemd, het syndroom van Asperger, maar toen kenden ze dat nog niet. Hij wil absoluut niet dat zij de kinderen over God vertelt (maar wel over Jezus) en de kinderen mogen nooit naar buiten. Daarbij houdt de dokter veel afstand tot de kinderen, hij wil ook dat ze hem vader noemen i.p.v. pap of papa. Als Frau Maenhout bijna achter de waarheid is, die overigens erg schokkend blijkt te zijn, komt zij door een vreselijk ‘’ongeluk’’ om het leven.

In het tweede deel, dat afwisselt tussen Victor Hoppes jeugd en zijn tijd na zijn studie, wordt duidelijk wat er met de dokter en zijn kinderen aan de hand is. Victor Hoppe heeft de eerste jaren van zijn leven als ‘debiel’ in een gesticht doorgebracht. De enige die gelooft dat hij niet debiel is, is Zuster Marthe. Zij leert Victor lezen en zij is dan ook de enige aan wie hij dat laat horen. Na een paar jaar haalt zijn vader hem uit het gesticht. Victor komt terecht op een internaat en daarna op de universiteit. Victor Hoppe heeft in die jaren bedacht dat men slecht of goed kon zijn, niet ertussenin. Hij zag God als het kwaad, omdat hij zijn zoon, Jezus, die in zijn ogen het goede was, in de steek liet toen hij aan het kruis werd gehangen. Victor Hoppe vergeleek zich dan ook veel met Jezus en merkte dat ze veel gelijkenissen hadden, maar hij blijkt een genie te zijn en studeert verder in embryologie. Hij verraste de wetenschap door jonge muizen te produceren die uitsluitend mannelijke of vrouwelijke ouders hadden. Hierna kreeg hij een baan op de universiteit in Aken, en daar kreeg hij geld om muizen te klonen, wat hem ook lukte, alleen later werd het project stopgezet nadat men op basis van zijn aantekeningen de kloning niet kon herhalen en Dokter Hoppe weigerde het te demonstreren. Daarna ging hij zelf verder en slaagde er uiteindelijk in zichzelf te klonen. Hier loog hij de draagmoeder voor, die hij een kind van zichzelf had beloofd. Rex Cremer, de stafarts van de universiteit, is de enige die weet wat er precies aan de hand is. Hij raakt verstrikt in wat hij weet. Nadat de baby’s ter wereld waren gekomen, had Dokter Hoppe ze zelf meegenomen.

In het derde deel, weer het heden, komt Rex Cremer weer opnieuw in aanraking met Doktor Hoppe. Hij ontmoet ook zijn kinderen en Doktor Hoppe vertelt hem wat er mis is met de kinderen. Ze worden te snel oud; elk jaar van hun leven telt voor tien tot vijftien jaar. Dit komt door een ’fout’ in hun chromosomen. Dan komt ook de draagmoeder van de jongetjes haar ‘kinderen’ opzoeken, ze heeft spijt van haar beslissing ze niet te nemen. Maar als ze bij Doktor Hoppes huis aankomt is er al één dood, Michaël. Want dokter Hoppe heeft besloten ze niet meer eten te geven of nog aandacht aan hen te besteden, het experiment (het klonen) was immers mislukt en hij hield zich alweer met andere dingen bezig. Ze brengt de laatste dagen van hun leven met ze door, en als ze erachter komt dat de Dokter de kinderen, inmiddels was Rafaël ook al overleden, op sterk water had gezet had ze hem aangevallen en had hij haar uiteindelijk vermoord. Terwijl de dorpsbewoners de kruistocht van Jezus op de Vaalserberg (vlakbij het dorp) volgen, kruisigt Doktor Hoppe zichzelf. Hij eindigt aan het kruis (net zoals Jezus), terwijl het hele dorp sprakeloos toekijkt. Rex Cremer was ondertussen weer naar het huis van Dokter Hoppe teruggekeerd, en na het aanschouwen van de 3 jongens, Gabriël was nu ook gestorven, op het sterke water en de dode draagmoeder erbij niet aangekund. Hij had vervolgens het hele huis in brand gestoken, opdat niemand hier ooit achter kwam. Rex Cremer voelde zich namelijk verantwoordelijk voor het hele gebeuren. Toen hij zo snel als hij kon uit Wolfheim wegreed kreeg hij zelf een ongeluk waarbij ook hij om het leven kwam.

Verwachting

De engelenmaker van Stefan Brijs was mijn Boekenweek boek. De mevrouw in de Mandarijn raadde mij het boek aan. Ik verwachte veel van het boek, want zij heeft mij nog nooit op  het verkeerde been gezet.

Motieven en Thema
 
Thema
Het thema in de Engelenmaker is goed en kwaad. Voor Victor Hoppe bestaat er alleen maar goed en kwaad. Dit is ontstaan, doordat zijn moeder hem niet moest hebben en hij daarom maar in een gesticht werd geplaatst. Hier werd hij slecht behandeld en er werd over hem gedacht dat hij achterlijk was. Victor Hoppe begint God ook als slecht te zien. Hij liet zijn zoon Jezus in de steek. Victor Hoppe heeft namelijk het syndroom van Asperger. Hij heeft in zijn jeugd nooit liefde gehad, allen maar van Marthe. Dit heeft er tot geleid dat hij nooit heeft geweten dat er ook iets tussen goed en kwaad zit. Zelf wil hij goed doen, dit probeert hij door het leven te geven. Hij probeert te klonen, met succes.
Motieven
Het Geloof
Het geloof is een van de belangrijkste motieven in het boek. Het begint al bij Victor zijn moeder. Zij was zwaar gelovig en volgens haar bracht een hazenlip ongeluk. Het was het werk van de duivel. Hierdoor werd Victor naar een gesticht gebracht. Het was een Katholiek gesticht. De zuster lazen hem voor uit de bijbel. Zuster Marthe leerde Victor lezen uit de bijbel. Later op het internaat kreeg Victor ook godsdienst. Hij was er eerst heel goed in, totdat hij zich realiseerde dat God slecht was. God geeft en god neemt. Het nemen van levens maakt hem slecht. Victor vergelijkt zichzelf constant met Jezus. Jezus is goed en hij wil ook goed zijn. Hij wil levens geven, dus onderwerpt hij zich op het klonen. Uiteindelijk kruisigt hij zichzelf ook. En hij komt weer opnieuw op aarde door zijn kloon. Er komen meer Bijbelse figuren in het verhaal voor. Zo zijn zijn gekloonde zoontjes vernoemd naar Michael, Rafael en Gabriel. Dit alles slaat bij Victor op godsdienstwaanzin. Hij wil Jezus zijn.

Medische experimenten: Klonen
Victor was een geniaal arts. Hij heeft het voor elkaar gekregen mensen te klonen. Alleen is de vraag in hoeverre is dit verstandig. Was hij zijn tijd niet voor, en is dit wel verantwoordelijk om dit te doen. Het boek brengt met het klonen een discussie op gang. Zijn zijn experimenten überhaupt toegestaan? Onderzoek is natuurlijk altijd van belang. Ook een belangrijke vraag is of hij wel goed omgaat met zijn proefpersonen. In de loop van het boek wordt duidelijk dat bijna ieder mens dat hij voor zijn experimenten gebruikt werd, dood eindigde. Wat ook niet klopt aan zijn onderzoek is dat hij het niet nauwkeurig beschreef en weigerde het onderzoek opnieuw uit te voeren. 

Achterklap
Iedereen wil alles weten in het dorpje Wolfheim. Het huis wordt goed in de gaten gehouden. Waarom is die man teruggekomen en wat doen die kinderen bij hem zonder moeder. Het dorp wil alles weten en wantrouwt de dokter. Als hij echter het leven van een paar dorpelingen heeft gered wordt hij vertrouwd. Het dorp heeft niet in de gaten wat er werkelijk aan de hand is. Mevrouw Maenhout komt steeds meer achter de waarheid, er komt een moment dat ze de dokter ermee confronteert. Dit leidt tot haar dood.

Oordeel
Schrijfstijl
Het boek is duidelijk geschreven. De taal is niet te simpel, maar er worden nauwelijks moeielijke woorden gebruikt. Er worden regelmatig stukjes uit de bijbel geciteerd. Het boek leest snel, omdat je de hele tijd wil weten wat er nu met die kinderen aan de hand is. Brijs geeft bijna niks weg, waardoor je elke keer weer met vragen over het boek blijft zitten. Het boek heeft een grote spanningsboog. 

Inhoud
Personages
Victor Hoppe is een fantastisch personage. Hij heeft iets mysterieus. Er klopt iets niet. Wat er precies fout is, is moeilijk te achterhalen. Meestal is een boek de hoofdpersoon iemand waarmee je je kunt identificeren. Dit had ik totaal niet met Victor Hoppe, waardoor hij veel interessanter voor mij werd. En ik het vooral interessant vond om hem te doorgronden. Brijs heeft het boek zo geschreven, dat je Victor langzaam begint te begrijpen.
Tijd
Het boek heeft een fijne opbouw, doordat je eerst leest over het moment dat Victor in Wolfheim aankomt. Het is niet duidelijk wat er aan de hand is. In het tweede deel is er sprake van flashbacks uit zijn jeugd en zijn studie tijd. Het wordt steeds duidelijker waarmee hij bezig is. Daar na gaat deel een weer verder. De opbouw van het boek zorgt ervoor dat het spannend blijft en dat je steeds meer te weten komt, stukje bij beetje.

maandag 25 juni 2012

Boekverslag Klas 4, Samenvatting, Het huis van de moskee

Het huis van de moskee
Kader Abdolah

In het eerste hoofdstuk (de mieren) wordt verteld over een wonderbaarlijk aantal mieren dat op een dag naar de moskee trekt. Het onheil wordt bezworen door de imam die uit de koran leest, waarna de mieren rechtsomkeert maken. In het volgende hoofdstuk probeert Shahbal de baas van het huis van de moskee, de machtige tapijthandelaar Aga Djan, die als vorst van zijn huis al 800 jaar lang de imams voor het dorp levert, ervan te overtuigen dat ze naar de maanlanding van de Amerikanen op televisie moeten kijken. Je moet immers van alles op de hoogte blijven. Dat gebeurt dan ook. Er wordt een televisietoestel klaargezet en Shahbal, de imam en Aga Djan kijken naar de wonderbaarlijke gebeurtenis in de ruimtevaart. (19 juli 1969) Het lijkt ook in Iran een grote stap voor de mensheid te worden, maar...

In een volgend hoofdstuk wordt verteld hoe de broer van Aga Djan, Nosrat, zijn zeer sexy geklede vrouw aan de familie komt laten zien. Ze is Amerikaans beïnvloed: draagt o.a. nylons, waardoor haar fraaie benen zichtbaar zijn. Terwijl de familie uit de koran leest, heeft hij stiekem seks met haar in de bibliotheek. De alles controlerende grootmoeders in de moskee zijn er getuige van, schrikken van de beelden, maar besluiten hun mond te houden. In een volgend hoofdstuk komt de rebellerende imam Galgal om de hand van Sediq (de dochter van de imam) vragen. Ze mag volgens de gebruiken in de koran eigenlijk geen nee zeggen en Aga Djan gaat bij de ayatollah die Galgal heeft opgeleid, verhaal halen. Die geeft zijn zegen aan het huwelijk, maar Aga Djan vertrouwt het toch niet helemaal. Galgal heeft bij de huwelijksvoltrekking geen persoonsbewijs bij zich en Aga Djan laat hem dat helemaal ophalen (een lastige reis van enkele uren) om hem toch een beetje dwars te zitten.

Galgal vertelt aan Shahbal, dat er een groep van ayatollahs opkomt, die zich tegen de Amerikaans overheersing en de invloed daarvan op de sjah aan het verzetten is. Shahbal is erg geïnteresseerd in die ontwikkeling. Hij vertelt dat hij schrijver is en hij mag van Galgal een stukje uit een verhaal voorlezen.

Kort daarna sterft onverwacht de imam van de moskee in het waterbassin (de hooz). Hij wordt volgens alle rituelen van het geloof begraven. Aga Djan wil dat Galgal tijdelijk de positie van de imam zal innemen en dat doet hij ook. Hij preekt heel goed en actueel, maar keert zich van meet af aan tegen de Amerikaanse invloeden en de sjah. De vrouw van de sjah, de mooie Farah Diba wil de vrouwen in Iran emanciperen en richt in diverse steden een vrouwenkliniek op, ook in het conservatieve Senedjan. Ze komt de kliniek zelf openen, maar tegelijkertijd heeft ze een afspraak met de eigenaar van een moderne cinema om ook dat gebouw op de bewuste dag te openen. Dat houdt de eigenaar echter geheim voor de conservatieve moslims. Op de bewuste dag houdt Galgal een vlammende toespraak over de verderfelijke invloed van de Amerikaanse film en hij krijgt de bezoekers van de moskee zover dat ze van plan zijn de cinema te bezetten. Dan wordt echter duidelijk dat Farah Diba binnen is en het leger en de geheime dienst zullen haar natuurlijk altijd beschermen. Aga Djan weet de situatie nog te keren, omdat hij een machtig man is. Maar de geheime dienst is natuurlijk op zoek naar Galgal die met hulp van Shahbal naar een naburige stad Qom weet te vluchten.

Intussen ziet ook Aga Djan dat de invloed van de vrouwen o.a. in de literatuur groter wordt en dat er zeer seksueel getinte gedichten in omloop zijn. Zelf schrikt hij daarvan terug, maar Zinat, de weduwe van de overleden imam, krijgt er wel zin in. Ze heeft haar oog laten vallen op de nieuwe invalimam, die de zaken in de moskee totdat haar zoon afgestudeerd is, zal moeten runnen. Deze imam is wel getrouwd, maar ze laat duidelijk merken dat ze wel wat van hem wil. Op een bepaald moment geeft ook hij weer aanleiding en zij gaat er volgens een oud-islamitisch gebruik op in. Het duurt natuurlijk niet lang of Zinat heeft een seksuele relatie met de invalimam. Die is een beest in bed of liever "op de grafzerk", want hij houdt er nogal bizarre seksuele gewoonten op na. Aga Djan als pater familias grijpt in, wanneer hij ’s nachts Zinat langs zijn kamer hoort lopen op weg naar de dagelijkse portie seks. Hij zegt ook de invalimam de wacht aan en stuurt hem naar zijn dorp terug.

Er is ook een anekdote met de beide grootmoeders. Twintig jaar lang hebben ze ’s morgens in het geheim de stoepen geveegd: volgens de overlevering zou dan een profeet komen die een Mekkareis mogelijk zou moeten maken.. Maar na twintig jaar komt de profeet niet en ze beginnen aan de volgende periode van twintig jaar. Door de roddelaarster van het dorp komt Aga Djan erachter: hij krijgt medelijden met de oude dames en regelt een profeet die hen met een ingewikkelde boodschap doorverwijst naar iemand die Mekkareizen organiseert. Ze krijgen een gratis reis naar Mekka aangeboden en ze zijn daarover uiteraard heel erg opgetogen. Maanden later hebben ze hun koffertje gepakt en gezakt staan. Ze gaan naar Mekka, maar op het moment dat ze terug moeten komen, staat er een heel ontvangstcomité voor niets te wachten. Ze komen namelijk helemaal niet mee terug met de trein en Aga Djan vermoedt dat ze hun hoogtepunt in Mekka willen beleven, nl. sterven in de stad van Mohammed. Veel later worden door een koetsier de lijkwaden in doodskisten terugbezorgd, de lichamen ontbreken. Ze zijn op de heiligste plek in Mekka gestorven.

Een volgende verhaaldraad is dat Sediq op een dag weer terugkeert naar Senedjan. Ze heeft haar huwelijk met Galgal onderbroken en wil weer in de moskee wonen, maar dan blijkt later dat ze zwanger is. In het volgende hoofdstuk wordt dan de kleine Hagedis geboren, die gehandicapt ter wereld komt met een afwijking in de rug, waardoor hij alleen maar kan kruipen. Hij is wel de echte zoon van Galgal. Intussen is er veel meer opstand tegen de sjah en de Amerikanen in het land gekomen. Er is een linkse oppositie die met Russische invloeden werkt: de geheime dienst zit achter ze aan. Op een bepaald moment is ook Shahbal erbij betrokken, maar door de goede relatie die Aga Djan op dat moment nog heeft met de politie komt hij weer vrij.

Ahmad, de zoon van Alsaberi, heeft eindelijk zijn imamopleiding voltooid en hij zal in Senedjan worden aangesteld als de nieuwe imam van de moskee. Hij is een jonge vent die flink in de belangstelling van de vrouwen staat. Zo begint hij natuurlijk ook een seksuele relatie met de dienstbode Zara, maar Aga Djan, als de "Big Brother" van de moskee, steekt hier later een stokje voor. De nieuwe imam kan echter niet zonder opium: wanneer hij een preek moet houden, dan is hij het liefst eerst aan de opiumpijp geweest. Hij is slim in zijn toespraken en heeft kritiek op de sjah en de Amerikanen zonder dat ze hem daadwerkelijk iets kunnen maken. Aga Djan verbiedt de imam opium te roken en met vrouwen lichtzinnig om te gaan, maar Ahmad kan zich daaraan niet houden en rookt op stiekeme adressen opium en bevindt zich in het gezelschap van lichtzinnige vrouwen. Van die uitspattingen maakt de geheime dienst foto’s en daardoor wordt Ahmad chantabel. Aga Djan accepteert het niet dat Ahmad aan opium verslaafd is en hij onderwerpt hem aan strikte regels. De invloed van de sjah en zijn westerse denkbeelden wordt ook op het platteland zichtbaar en de vrouwen gaan zich opvallend vrijer gedragen, wat niet naar de zin van de ayatollahs is.

De zoon van Aga Djan komt van zijn studie uit Teheran terug en er is een feest, maar het wordt overschaduwd door een enorme sprinkhanenplaag, die ook symbolisch voor dreiging zorgt. Die dreiging komt er inderdaad, want nadat de baas van de moskee bezocht is door Galgal, die hij de toegang tot het huis weigert, omdat hij zijn vrouw heeft verlaten, ontploft er een bom in de cinema. En er zijn meer plekken in Iran waar ineens bommen ontploffen.
Ook het volk wordt opgestookt tegen de Amerikanen. In Parijs zit ayatollah Khomeini in ballingschap en hij bereidt zijn komst naar Iran voor, wat moet samenhangen met het vertrek van de sjah. De revolutie die in het land dreigt, verscheurt ook de eensgezindheid in het huis van de moskee. Zinat, de weduwe van Alsaberi, wordt steeds radicaler in de islam en leidt vrouwengroeperingen tegen de modernisering van de vrouw.. De ooit zo hartstochtelijke vrouw is koel en kil geworden. Shahbal is al aan de studie in Teheran, maar bemoeit zich ook met de linkse oppositie, die aanvankelijk ook tegen de Amerikanen is. Aga Djan mist hem voor zijn filosofische en religieuze gesprekken.

Dan gaat het gerucht dat de sjah en zijn vrouw het land verlaten hebben ter wille van hun kinderen, maar eerst blijken het alleen nog zijn ouders te zijn. Toch verschijnen overal de bekende portretten van Khomeini in het straatbeeld van eerst Teheran en in 1976 is dan werkelijk zo ver: Khomeini komt uit Parijs en de sjah vlucht met zijn vrouw uit Iran.

Galgal wordt door Khomeini tot "rechter van de islam" aangesteld en zijn schrikbewind is enorm. Zonder een vorm van enig proces doodt hij vele aanhangers van het oude regime. Ook mensen die maar iets met de geheime dienst te maken hebben gehad worden zonder meer standrechtelijk geëxecuteerd. Ahmad, de zoon van Zinat, wordt eveneens opgepakt, omdat hij in de dossiers van de geheime dienst staat en wat de voormalige imam ook beweert, hij is bij voorbaat schuldig. Hij krijgt een gevangenisstraf van tien jaar en wordt vernederend op een ezel rondgereden. Zinat heeft geen enkel begrip van medelijden voor haar zoon getoond, gehersenspoeld als ze is door de opvattingen van de ayatollahs.

Nosrat, de broer van Aga Djan en een belangrijke cineast die de komst van Khomeini heeft vastgelegd voor de televisie, wordt bij de ayatollah toegelaten. Hij heeft een briljant idee om de ayatollah die wars is van alle moderne ontwikkelingen, warm te maken voor de cinema. Hij heeft een oud-Perzische film over de Koe bemachtigd en de geestelijk leider is meteen bekeerd. De cinema krijgt vanaf nu een plaats in de samenleving, maar de films zijn natuurlijk niet westers. Een poging van de Amerikanen om de gijzelaars die Khomeini gevangen houdt te bevrijden mislukt door een ongeluk op een foute landingsplaats en dan grijpt Amerika naar een ander wapen. Het bevoorraadt Saddam Hussein en deze gaat de strijd aan met aartsvijand Iran: het mondt uit in een bloedige achtjarige oorlog, (1980-1988) waarbij Saddam Hussein het middel van gifaanvallen op Koerdische dorpen niet schuwt. Miljoenen soldaten komen aan beide kanten om het leven.

Er komt opnieuw beroering in de linkse oppositie en Khomeini geeft Galgal opdracht ook hard tegen deze groepering op te treden. Dat is een kolfje naar de hand van de vroegere imam en hij executeert opnieuw een flink aantal Irakezen. Daar is o.a. de zoon van Aga Djan bij. Misschien was er de wil bij Galgal om Djawad te redden, maar deze geeft geen duimbreed toe en hij wordt doodgeschoten. Triest is het gesol met het lijk van de zoon, omdat in de omringende dorpen niemand het aandurft de zoon een graf te geven, omdat hij tot de oppositie hoorde. De macht van Aga Djan lijkt helemaal gebroken te zijn. Wanneer hij zich heeft voorgenomen het lijk op de binnenplaats te begraven, komt er een oude vriend achter hem aan die hem zegt het lijk mee te geven omdat hij het een laatste rustplaats zal bezorgen. Maar het leven is uit de ogen van de leider van de moskee en de bazaar verdwenen en ook bij zijn vrouw is het verdriet binnengeslopen.

Ahmad komt wel eerder vrij (met hulp van Galgal) maar hij is snel uit de moskee verdwenen, voordat Aga Djan met hem kan spreken. Ook komt er in Iran een opstand van een fanatieke groepering, de moedjahedien, die ook weer dood en verderf begint te zaaien. Links en rechts vallen er doden door aanslagen en de meeste mensen zijn hun leven niet zeker. Politieke tegenstanders worden ook gemakkelijk uit de weg geruimd. Sjahbal doodt in opdracht van zijn ondergrondse groepering de nieuwe radicale imam van de moskee in Senedjan. De gebeurtenissen volgen elkaar snel op: Zinat wordt gedood, omdat ze te radicale ideeën heeft. Iran en Irak verhevigen de oorlog door olieraffinaderijen te bombarden, Iranese politici die moeten vluchten voor Khomeini, vragen asiel aan in Frankrijk.

Nosrat komt in aanraking met de verslaggevers van CNN die zijn reportages over Khomeini hebben gevolgd. Ze vragen hem een documentaire over het dagelijks leven van de ayatollah te maken. Hij krijgt veel geld aangeboden, maar hij doet het eigenlijk om de artistieke prestatie. Hij gaat Khomeini stiekem filmen, maar hij vergeet de geheime dienst van de ayatollah, die hem op het spoor zit. Hij wil zich nog verdedigen, maar als hij ook nog een videoband bezit van de islamitische vrouw van de geestelijke in voor de islam compromitterende houding houdt natuurlijk alles op. Eigenlijk had zij het wel eens leuk gevonden haar prachtige lichaam te laten bewonderen, maar de regels van de islam hadden dat nooit toegelaten. Hij is er gloeiend bij. De geheim agenten slaan de videorecorder op zijn hoofd kapot. Daarna wordt het een tijd stil in het land.

Khomeini begint echter dement te worden en andere ayatollahs nemen de macht over. Dat betekent ook het einde aan de macht van Galgal, die de beschermeling van Khomeini was. Maar gelukkig kunnen de nieuwe machthebbers hem slijten aan de Taliban in Afghanistan, waar hij een onopvallend leven gaat lijden in de bibliotheek. Hij trouwt er een Afghaanse vrouw, maar hij wordt later opgezocht door Shahbal die nu eenmaal vastbesloten was om wraak te nemen voor zijn schanddaden. Shahbal gaat naar Kaboel en doodt Galgal min of meer in koelen bloede. Diens vrouw (immers onschuldig aan het verleden) spaart hij.

De oorlog tussen Irak en Iran eindigt in 1988 en een jaar later sterft de demente Khomeini. Het verdriet van Aga Djan en zijn vrouw om hun gestorven zoon en hun afvallige dochters is eerst groot, maar het leed wordt wel verzacht als de mannen en vrouwen in hun dorp een soort berouw tonen en hen komen troosten. Aga Djan reist ook nog naar een oude vriend. Deze kan hem iets heel moois laten zien. Er is een waterbron onder diens kasteel, waardoor hij de woestijn kan bevloeien, zodat die "kan bloeien als een roos". Als zijn vriend hem de paradijselijke tuin achter zijn kasteel laat zien, vertelt de oude man hem dat daar achter in de tuin onder een bloemenzee het lijk van zijn zoon ligt. Aga Djan is zielsgelukkig het graf van zijn zoon gevonden te hebben. Bovendien vertelt zijn vriend veel steun te hebben aan iemand die in Parijs gestudeerd heeft. Als de baas van het huis van de moskee goed naar die man kijkt, herkent hij Ahmad, de zoon van Alsaberi. Ter ere van alles opent zijn vriend de beste fles wijn die er is, maar Aga Djan weigert een druppel te drinken, want hij heeft zijn hele leven nooit alcohol gedronken. Dat verdriet de vriend wel, maar Aga Djan laat zich niet overhalen. Hij blijft trouw aan de regels van de islam.

In het laatste hoofdstuk ontvangt Aga Djan een brief uit Europa van Shahbal. (De brief heeft een postzegel met tulpen!) Daarin geeft Shahbal aan dat hij schrijver is geworden, maar dat hij zijn verhalen in een andere schrijftaal (Nederlands?) publiceert. Aga Djan neemt de brief en bergt hem op in zijn oude archiefkist in de moskee en zingt tenslotte nog een loflied op Allah.

zondag 10 juni 2012

Verwerkingsopdracht Romantiek


Multatuli, Max Havelaar

In 1960 is het boek Max Havelaar geschreven naar aanleiding van de situatie in Nederlands- Indië. Eduard Douwes Dekker was assistent-resident, maar merkte dat de bevolking onderdrukt werd door de regent ( het inheemse stamhoofd). In Indië werd hij genegeerd door de resident en gouverneur. Waarna hij uit wanhoop terugkeerde naar Nederland. In absolute woede schrijft hij Max Havelaar. Een aanklacht op de onderdrukking in Indië.
Max Havelaar van Multatuli is representatief voor de romantische literatuur. Zijn Hoofdpersoon Max Havelaar is iemand die van zijn gevoel uitgaat. Dekker maakt veel gebruik van zwarte humor en het is een duidelijke aanklacht op de gang van zaken. 

Een van de belangrijkste kenmerken van de romantiek is het gevoel. Dit komt als reactie op de verlichting, waar de ratio ( het verstand) juist belangrijk was. Max Havelaar is duidelijk een man van het gevoel. Hij leeft zijn leven gepassioneerd en heeft lief. Wat Multatuli goed doet is een groot contrast maken tussen Droogstoppel en Max Havelaar. Droogstoppel is een man van het verstand. Hij leeft het leven zoals het is. Een man die leeft in de rede. Hij krijgt van Sjaalmans het manuscript en gaat samen met Stern het boek uitwerken. Stern is net zo als Max Havelaar een man van de emotie. Duidelijk in het boek is dat het gevoel boven het verstand staat. Hij wordt geraakt door de gang van zaken en hij wil er iets aan doen. Al deze eigenschappen geleid door gevoel zijn zeer kenmerkend voor de romantiek. We kunnen wel constateren dat Max Havelaar een man van de romantiek was. Eduard Douwes Dekker was dit zelf ook.

Zeer kenmerkend voor de romantiek is zwarte humor, ook wel ironie. Het personage van droogstoppel is zwarte humor op zich. De man wordt herhaaldelijk door Multatuli aangehaald om zoals al eerder genoemd een grotere sympathie voor Max Havelaar te creëren. Ook al zijn de stukken die hij schrijft saai en moeilijk te lezen, ze hebben ook een grappige kant. Elke keer valt Droogstoppel weer in de herhaling. 

‘Ik ben makelaar in Koffi, en woon op de Lauriergracht n⁰ 37.’

Droogstoppel is eigenlijk een man van de verlichting. Er wordt flink bespot. Voornamelijk door hoe hij wordt neergezet door Multatuli. Verder zijn er in het boek meer elementen van zwarte humor terug te vinden. Droogstoppel is maar een voorbeeld.

Wat nog meer sterk in de romantiek naar voren kwam is de aanklacht op de manier van zaken. Eduard Douwes Dekker heeft in Indië als assistent-resident gewerkt en heeft opgemerkt dat de bevolking onderdrukt wordt. Zijn boek heeft aardig wat oproerling opgeleverd. In de 2e kamer is er uitgebreid over gediscussieerd en Dekker werd berucht.  Zeker op het laatst, als Multatuli zelf aan het woord komt, wordt duidelijk dat het boek een essay is op de situatie. 

Het realisme komt echter ook om de hoek kijken. In plaats dat bijvoorbeeld Max Havelaar weg vlucht voor de problemen, gaat hij juist hogerop. Hij gaat naar de resident en later zelfs naar gouverneur als hij door de resident genegeerd wordt. Dit is niet kenmerkend voor de romantiek. 

Over het algemeen is Max Havelaar representatief voor de romantiek. Ook al zit er een klein beetje realisme in. De romantiek heeft de duidelijke overhand door het gevoel, de zwarte humor en de opstand tegen de gang van zaken.

maandag 4 juni 2012

Verwerkingsopdracht Verlichting


Hieronymus van Alphen, Kleine gedigten voor kinderen

In 1778 verscheen Kleine gedigten voor kinderen. Van Alphen begon met schrijven toen zijn vrouw overleden was en hij de zorg van zijn kinderen op zich nam. Er was op dit moment weinig kinderliteratuur. Hij inspireerde zijn werk op eerder geschreven Duits werk. De gedichten sloegen enorm aan. Van Alphen begon het leuk te vinden en begon steeds meer gedichten te schrijven. Een van zijn bekendste stukken is de Pruimenboom, met het bekende stukje ‘Jantje zag eens pruimen hangen’.
Hieronymus van Alphen is representatief voor de verlichtingsliteratuur. Hij paste goed in zijn tijdsbeeld, zijn gedichten hebben een duidelijke en simpele opbouw en zijn gedichten zijn sterk moralistisch. 

In de verlichting kwam er meer aandacht voor het kind. Zoals in de inleiding aangeduid bestond er op dit moment nog nauwelijks kinderliteratuur. Het kind kreeg meer waarde en dus moest er ook kinderliteratuur komen. Voor de 18e waren kinderen mini mensjes. Terwijl dit beeld totaal veranderde en kinderen werden gezien als mensen die bepaalde vrijheden moesten hebben en ruimte om te spelen. Dit is duidelijk terug te vinden in de gedichten van Van Alphen. Kinderen worden neergezet als onschuldige wezens, die moeten leren, maar ook moeten spelen. Kinderen komen ongeschonden als een geschenk van God op de wereld. Een kind moet rustig benadert worden en de ouder heeft een voorlichtende rol. Zeker in de eerste jaren moet men oppassen en het kind beschermen van het kwaad. Van Alphen past dus met zijn denkbeelden goed in de verlichting. Hij heeft een duidelijke interesse in kinderen en benadert ze ook met de gedachte van deze tijd.

De gedichten van de verlichting worden gekenmerkt door een simpele opbouw. De gedichten van Van Alphen bestaan ook uit makkelijke rijm systemen. In de gedichten zit een duidelijk regelmaat. Als we bijvoorbeeld naar de pruimenboom kijken, dan valt op dat op twee versregels elke keer een zin verspreid staat. De 2e versregel en de 4e rijmen. De oneven versregels rijmen niet. Een rijmdeel bestaat uit 4 versregels. De structuur ziet er dan als volgt uit:  X A X A X B X B X C X C X D X D X E X E X F X F. De structuur is niet ingewikkeld. Ook de zinnen zijn kort en de gedichten lezen snel. Van Alphen gebruikt simpele taal. De gedichten zijn natuurlijk voor kinderen bedoeld, dus zou het raar zijn als dit niet het geval was. Maar het is in ieder geval kenmerkend voor de verlichting dat de poëzie een eenvormige structuur heeft. Dit is duidelijk terug te vinden bij van Alphen dus past hij ook op dit front in de verlichting.

De verlichtende schrijver schreef met het doel om de lezer ( de burger) op te voeden. In de poëzie wordt dit vertaald door moralistische gedichten. In elk gedicht is dit wel terug te vinden. In het gebroken glas is de moraal dat je eerlijk moet zijn, als je eerlijk bent dan wordt je niet gestraft. Terwijl die gene die zwijgt juist harder gestraft wordt. In de ledigheid gaat het er juist om dat kinderen hard hun best moeten doen om meer te leren. In de gedichten komt duidelijk naar voren dat kinderen hard moeten leren, tevreden moeten zijn met wat ze hebben en eerlijk moeten zijn. Ook is vaak een thema godsdienst. Dit is alleen meer in de vorm van eerlijkheid, want God ziet alles. Ook moeten kinderen luisteren naar hun ouders, dan worden ze beloond. Zoals ook al eerder aangeduid had de ouder een voorlichtende rol in de verlichting. Dit is ook duidelijk terug te zien. Ze gebruiken niet de harde hand, maar belonen het kind voornamelijk als deze iets goeds doet. Hier kunnen we dus ook weer constateren dat Hieronymus van Alphen goed in de verlichting past door de moralistische gedichten. 

Hieronymus van Alphen is zeker representatief voor de verlichting. Hij past goed in de denkbeelden van deze tijd. Hij houdt zijn gedichten simpel en gebruikt makkelijke taal. Daarnaast schrijft hij moralistische poëzie, wat zeer kenmerkend is voor de verlichting. Hij is een man van de verlichting.