Karakter
F. Bordewijk
Eerste druk, 1938
Vierenveertigste druk, oktober 2010
AD speciale uitgave
252 pagina’s
F. Bordewijk
Eerste druk, 1938
Vierenveertigste druk, oktober 2010
AD speciale uitgave
252 pagina’s
Psychologische roman
Samenvatting
De achttienjarig dienstbode Jacoba Katadreuffe heeft een
kortstondige verhouding met de deurwaarder A.B. Dreverhaven. Uit deze relatie
wordt een zoon geboren, genaamd Jacob Willem Katadreuffe. Jacoba weigert met
Dreverhaven te trouwen en erkent hem niet als de vader van haar zoon. Zelfs
zijn financiële steun weigert zij.
De kleine Jacob groeit op in een arme wijk van Rotterdam, zonder te weten wie zijn biologische vader is. Jacoba verdient wat geld met de verkoop van handwerk en zodoende kunnen ze naar een minder arme wijk verhuizen. Na de lagere school heeft Jacob verschillende baantjes en enkele jaren later neemt hij een sigarenwinkeltje in Den Haag over. Hiervoor leent hij geld bij de kredietbank, niet wetende dat zijn vader de eigenaar is. Op een dag komt zijn vader de sigarenwinkel bezoeken, samen met Mr. de Gankelaar. Om zijn zoon te harden, verklaart Dreverhaven de zaak failliet, moet Jacob zijn bezittingen verkopen en weer bij zijn moeder in Rotterdam gaan wonen. Bij de taxatie blijkt dat zijn bezit bestaat uit een serie boeken ter waarde van slechts vijftien gulden. Door dit geringe bedrag wordt het faillissement opgeheven. Jacob weet de sympathie van de curator, Mr. de Gankelaar, te winnen en krijgt, als hij 21 jaar is, een baantje als bediende op het advocatenkantoor van Mr. Stroomkoning. Het is een groot advocatenkantoor waar vijf naamborden naast de deur hangen. Als Jacob dit ziet, besluit hij dat hij zelf ook advocaat wil worden.
Met zijn eigen inkomen gaat hij op zichzelf wonen (op de zolder van de conciërge van het advocatenkantoor) en volgt hij een zelfstudie. Opnieuw vraagt zijn vader het faillissement van Jacob aan. Beseffende dat het zijn vader betreft gaat Jacob bij hem langs voor opheldering. Dreverhaven maakt voor zijn eigen zoon geen uitzondering; deze is immers ook debiteur en moet gewoon betalen. Hij biedt Jacob een mes aan, om hem dood te steken, maar Jacob weigert en verlaat het kantoor. De volgende dag treft Jacob een financiële regeling met Mr. Stroomkoning. Na al zijn schulden te hebben afbetaald trotseert Jacob zijn vader, door bij de Voorschotbank van Dreverhaven geld te lenen voor zijn studie. Jacob volgt bij het advocatenkantoor de personeelschef op die, op advies van Dreverhaven, geld heeft verduisterd. Kort voor het beëindigen van zijn studie, vraag Dreverhaven opnieuw het faillissement van zijn zoon aan. Deze wordt echter afgewezen. Bij een ontmoeting biedt de vader zijn zoon opnieuw het mes aan. Jacob laat het echter in de put vallen, tot grote woede van Dreverhaven.
Jacob slaagt voor zijn staatsexamen en krijgt van alle medewerkers de felicitaties. Kort daarna trouwt Lorna te George, secretaresse bij het advocatenkantoor, met een andere man. Jacob zag zijn relatie met haar slechts als een manier om hogerop te komen. Lorna neemt ontslag. Later beseft hij dat zij zijn grote liefde was. In een simpele rechtszaak staan vader en zoon vervolgens tegenover elkaar. Hun laatste ontmoeting hebben zij als Jacob tot advocaat is beëdigd. Mr. Schuwagt maakt tegen de beëdiging op vier gronden bezwaar. Deze bezwaren worden echter nietig verklaard. Daarop stapt Jacob voor de laatste maal naar zijn vader toe. Op een koele en zakelijke manier maakt hij hem duidelijk: "Ik erken u niet meer als mijn vader, u bestaat niet meer voor mij.".
Het verhaal eindigt met een merkwaardig voorval. Jacob vindt in de naaimand van zijn moeder een spaarrekeningboekje. Het blijkt dat zijn vader elke maand geld heeft gegeven aan zijn moeder. Al het geld komt hem, na haar overlijden, toe. Hij bedenkt dat zijn vader hem toch niet alleen heeft willen tegenwerken. Zijn vader verklaart dat hij het allemaal deed om zijn zoon te harden.
De kleine Jacob groeit op in een arme wijk van Rotterdam, zonder te weten wie zijn biologische vader is. Jacoba verdient wat geld met de verkoop van handwerk en zodoende kunnen ze naar een minder arme wijk verhuizen. Na de lagere school heeft Jacob verschillende baantjes en enkele jaren later neemt hij een sigarenwinkeltje in Den Haag over. Hiervoor leent hij geld bij de kredietbank, niet wetende dat zijn vader de eigenaar is. Op een dag komt zijn vader de sigarenwinkel bezoeken, samen met Mr. de Gankelaar. Om zijn zoon te harden, verklaart Dreverhaven de zaak failliet, moet Jacob zijn bezittingen verkopen en weer bij zijn moeder in Rotterdam gaan wonen. Bij de taxatie blijkt dat zijn bezit bestaat uit een serie boeken ter waarde van slechts vijftien gulden. Door dit geringe bedrag wordt het faillissement opgeheven. Jacob weet de sympathie van de curator, Mr. de Gankelaar, te winnen en krijgt, als hij 21 jaar is, een baantje als bediende op het advocatenkantoor van Mr. Stroomkoning. Het is een groot advocatenkantoor waar vijf naamborden naast de deur hangen. Als Jacob dit ziet, besluit hij dat hij zelf ook advocaat wil worden.
Met zijn eigen inkomen gaat hij op zichzelf wonen (op de zolder van de conciërge van het advocatenkantoor) en volgt hij een zelfstudie. Opnieuw vraagt zijn vader het faillissement van Jacob aan. Beseffende dat het zijn vader betreft gaat Jacob bij hem langs voor opheldering. Dreverhaven maakt voor zijn eigen zoon geen uitzondering; deze is immers ook debiteur en moet gewoon betalen. Hij biedt Jacob een mes aan, om hem dood te steken, maar Jacob weigert en verlaat het kantoor. De volgende dag treft Jacob een financiële regeling met Mr. Stroomkoning. Na al zijn schulden te hebben afbetaald trotseert Jacob zijn vader, door bij de Voorschotbank van Dreverhaven geld te lenen voor zijn studie. Jacob volgt bij het advocatenkantoor de personeelschef op die, op advies van Dreverhaven, geld heeft verduisterd. Kort voor het beëindigen van zijn studie, vraag Dreverhaven opnieuw het faillissement van zijn zoon aan. Deze wordt echter afgewezen. Bij een ontmoeting biedt de vader zijn zoon opnieuw het mes aan. Jacob laat het echter in de put vallen, tot grote woede van Dreverhaven.
Jacob slaagt voor zijn staatsexamen en krijgt van alle medewerkers de felicitaties. Kort daarna trouwt Lorna te George, secretaresse bij het advocatenkantoor, met een andere man. Jacob zag zijn relatie met haar slechts als een manier om hogerop te komen. Lorna neemt ontslag. Later beseft hij dat zij zijn grote liefde was. In een simpele rechtszaak staan vader en zoon vervolgens tegenover elkaar. Hun laatste ontmoeting hebben zij als Jacob tot advocaat is beëdigd. Mr. Schuwagt maakt tegen de beëdiging op vier gronden bezwaar. Deze bezwaren worden echter nietig verklaard. Daarop stapt Jacob voor de laatste maal naar zijn vader toe. Op een koele en zakelijke manier maakt hij hem duidelijk: "Ik erken u niet meer als mijn vader, u bestaat niet meer voor mij.".
Het verhaal eindigt met een merkwaardig voorval. Jacob vindt in de naaimand van zijn moeder een spaarrekeningboekje. Het blijkt dat zijn vader elke maand geld heeft gegeven aan zijn moeder. Al het geld komt hem, na haar overlijden, toe. Hij bedenkt dat zijn vader hem toch niet alleen heeft willen tegenwerken. Zijn vader verklaart dat hij het allemaal deed om zijn zoon te harden.
Nieuwe zakelijkheid
Kenmerkend voor de nieuwe zakelijkheid is dat het strak en
zakelijk is. De voornaamste invloed komt van de Bauhaus. Er wordt gebruik
gemaakt van gewone spreektaal. Het is zakelijk en sober en het gaat over
alledaagse onderwerpen.
In Karakter komt voornamelijk de gewone spreektaal naar
voren. Het boek is uitermate goed te lezen. De zinnen zijn goed te lezen, er
worden geen eindeloze beschrijvingen gegeven. Het verhaal is duidelijk maar
weet je toch mee te nemen. Daarnaast is het niet een spannend onderwerp. Een jongen
wil advocaat worden, maar hij komt uit het volk. Je volgt hem door zijn
opleiding heen. Hij wordt tegengewerkt door zijn vader. De basis van het
verhaal is heel simpel. Toch heeft Bordewijk het verhaal zo weten te schrijven
dat het je blijft boeien. Je hoopt het hele verhaal door dat Katadreuffe zijn
doel bereikt. En in mijn geval ook dat hij met Mevrouw te George zou eindigen.
Dit was echter niet het geval.
Wat ik vooral mooi vind aan het verhaal is de ambitie van de
jongen. Hij heeft een droom en hij doet er alles aan om die droom te verwezenlijken.
Er wordt wel een spanning in gelaten. Zal hij weer failliet raken. Aan zijn
slimheid valt namelijk niet te twijfelen. Het boek suggereert dat Katadreuffe
een hoge intelligentie heeft.